Isabella Lanz 30 maart 2007
Dans. Emanuel Gat Dance. K626 en The Rite of Spring. Choreografie: Emanuel Gat. Gezien: 24/3 in Lucent Danstheater te Den Haag.
Emanuel Gat is een waaghals. De Israëliër zet zijn choreografieën het liefst op beroemde muziekstukken. Zoals op Stravinsky’s Le Sacre du printemps, een ontzagwekkend muziekmonster dat hij met salsapassen knap bedwingt tot een ingetogen en meeslepend dansritueel. Ook maakte hij al een duet op Schuberts romantische Winterreise. Zijn nieuwste waagstuk heet K626 en is gezet op Mozarts Requiem, ; die dodenmis beladen met zonde en vergeving en met aan het slot het eeuwige licht. Hoe vertaal je Latijnse koorzang naar dans, als je niet de verheven stemming ervan tot uitdrukking wil brengen in clichés van geheven benen en pathetische armgebaren?
Gat laat in zijn moderne danstaal vijf vrouwen en drie mannen dicht rond elkaar wervelen, met minieme schuifelpasjes en opmerkelijk expressieve armen. Op het koorwerk dansen de acht in groepsformatie, met min of meer gelijke bewegingen. Hun eenheid wordt geaccentueerd door zwarte kleding die hun een anoniem uiterlijk geeft. Als een school vissen schieten ze door de ruimte, met snelle wendingen, waarbij ze elkaar vaak net niet raken. Soms schiet een enkeling onverwacht door de groep. Dat gebeurt gelijktijdig met solozangdelen, om reliëf te geven aan de bezongen emoties. Ook meer gestileerde dramatische momenten doorbreken de abstracte textuur: een gebarenspel dat smart suggereert, een verstilde pose die het midden houdt tussen piëta en kruisafneming, en tot slot het langzame neervallen.
De choreografie is prachtig organisch en wemelt van de verfijning, maar biedt te veel van hetzelfde. K626 heeft te weinig binding met de muziek om een uur te blijven boeien. Veel sterker is The Rite of Spring (Sacre du printemps) , ook opgenomen in dit programma. Op het ruime podium van het Lucent Danstheater heeft het salsastuk zelfs meer overtuigingskracht dan anderhalf jaar geleden tijdens Holland Dance.
30.03.2007